“Bollenkwekers gaan vogels in percelen beschermen”.
Aldus luidt een kop in de Helderse Courant van 20 januari j.l.
Zodra vogels zich nestelen in of nabij bollenpercelen waar agrarische activiteiten zijn wordt er contact gelegd met vogelwerkgroepen.
De aanleiding hiertoe is de klutencatastrofe bij Julianadorp. Een klutenkolonie ging verloren door agrarische activiteiten. Dit leidde tot boosheid en verontwaardiging bij vogelaars welke vervolgens aan de bel trokken. Hierop volgden gesprekken tussen vertegenwoordigers van de vogelwerkgroepen uit Den Helder en Schagen.
Woordvoerder Matthé van Lierop namens de bollenkwekers bevestigt dat er nu goede afspraken zijn gemaakt. Komend voorjaar zal er een nieuwsbrief worden verstuurd naar de bollenkwekers met daarin de contactgegevens van de vertegenwoordigers van de vogelwerkgroepen. Bij het signaleren van een nest zal er contact worden opgenomen met een van de vertegenwoordigers zodat het nest in veiligheid kan worden gebracht.
Volgens van Lierop zijn hiermee zowel de agrarische belangen als de natuurbelangen gediend.
Henk Post, van VWG Den Helder e.o. en Hans Dijkstra van VWG Tringa in Schagen, zijn blij met de nu serieuze aandacht voor de natuurbelangen.
Ook de bollensector is blij met deze afspraak, zeker nadat ze onder een vergrootglas kwam te liggen na negatieve berichtgeving in de landelijke media over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (dinoterb) welke gebruikt worden in onder andere de lelieteelt.
De bollensector is wat dat betreft al langere tijd punt van discussie, gewasbeschermingsmiddelen welke uitspoelen naar het oppervlaktewater zouden veel invloed hebben op de vogelstand.
Volgens het artikel in de Helderse Courant heeft dat geleid tot een reactie van de Breezander bollenkweker Nico van Graven; “kom eens kijken op mijn boerderij en tel mee hoeveel vogels er rondvliegen. Wij boeren zijn als eerste gebaat bij een bodem en omgeving die gezond zijn”.
Misschien moet wij, als vogelwerkgroepen, eens ingaan op deze uitnodiging.