De zeearend wordt tegenwoordig regelmatig gezien door de zeetrektellers.
Zeetrek langs Huisduinen : jaarlijks terugkerend patroon.
Inleiding
Sinds het begin van de jaren zeventig is bekend geworden dat zeevogels vanaf de Hollandse
kust te observeren zijn. Dit heeft geleid tot het vestigen van een aantal vaste telposten langs
de Noordzeekust. De bekendste telposten in dit kader zijn: Camperduin, Katwijk en
Westkapelle. Vanaf 1982 is deze activiteit door enkele leden van de vogelwerkgroep Den
Helder e.o. opgepakt. In het begin hadden de tellingen een te fragmentarisch karakter, maar
door een verhoogde telintensiteit is er de laatste jaren wel degelijk een betrouwbaar beeld
van de jaarlijkse vogeltrek langs Huisduinen ontstaan.
Telpost en telwijze.
De telpost is op de zeewering naast de kustwachttoren of tegenover het Beatrixhotel
gesitueerd. Enigszins beschut tegen de weerselementen is het mogelijk om de langs
vliegende vogels boven het Breewijd te observeren. Er wordt gebruik gemaakt van een 20 x
80 objectief. Hierdoor is het zelfs mogelijk om groepen Roodkeelduikers, Zwarte zee‐eenden
en Jan van Genten tot ver achter de Razende Bol te kunnen zien vliegen. Onder stormachtige
condities wordt de blik meer naar het zuiden gericht en wordt er over het Westgat gekeken.
Voor pelagische soorten vormt de Razende Bol een obstakel. Echter door deze veranderde
strategie is het mogelijk om bepaalde pijlstormvogels al keilend vlak boven de hoge golven
toch nog te kunnen spotten. Met altijd kans op verdwaalde zeldzaamheden. Na elke telling
vindt er een administratieve afhandeling plaats. Hiervoor werden vroeger uurtotaalkaarten
van de Club van Zeetrektellers ingevuld. Thans wordt door de digitalisering de data direct op
de site trektellen.nl ingevoerd. Hierdoor zijn de resultaten voor iedereen vrijwel direct online
te raadplegen.
foto: Marc Zijp
De telpost tegenover het Beatrix-hotel.
Gebruik en status van het gebied.
Door de ligging van het gebied ten opzichte van de Waddenzee is het aangewezen als een
Natura 2000 gebied. Voor veel soorten is dit de verbindingszone tussen de Noordzee en de
Waddenzee. Door geomorfologische processen is de Razende Bol de laatste jaren in omvang
toegenomen. Hierdoor is feitelijk een soort ‘ecopoort’ ontstaan. Dit effect is vooral in het
voorjaar zichtbaar. Dan trekken duizenden steltlopers, meeuwen en stern‐achtigen over het
Breewijd richting het noorden. Echter: de scheepvaart heeft een negatief effect op
verstoringsgevoelige soorten. Hierdoor is gebied minder relevant voor diverse soorten
eenden, zeeduikers en fuut‐achtigen. De Razende Bol is een belangrijke pleisterplaats voor
Aalscholvers, Bonte strandlopers, Drieteenstrandlopers, Kanoeten, stern‐ en meeuw‐achtigen.
Verder fungeert deze zandplaat als rustgebied voor de ‘gewone’ en Grijze zeehond.
Langs de dijk en op de strekdammen pleisteren doorgaans Steenlopers, Paarse Strandlopers,
Kanoeten en Scholeksters. Door het nagenoeg ontbreken van hoge golfslag en voldoende
prooivissen is dit gedeelte van de Noordzee in de zomer een belangrijk foerageergebied voor
diverse soorten sterns, zoals Visdief, Dwergstern en Grote stern. Deze kustzone is dus rijk
aan vogels en herbergt regelmatig 1 procent van de biogeografische populatie. Vanwege dit
feit is het kustgebied bij Den Helder aangewezen als speciale beschermingszone vallende
onder de Vogelrichtlijn en maakt dus deel uit van het Europese Natura 2000 netwerk.
Fred Geldermans is aan het zeetrektellen bij de kustwachttoren.
Jaarlijks terugkerend patroon.
Zodra de vorst uit het land verdwenen is, komt de vogeltrek in noordelijke richting al snel
op gang. Eind februari trekken met name eenden, Brandganzen, Futen, Roodkeel‐ en
Parelduikers als eersten langs. Halverwege maart treedt er een trekpiek op van Bonte
strandlopers. Hierbij kunnen de aantallen tot enkele duizenden per dag oplopen.
In dezelfde periode arriveren adulte Kleine mantelmeeuwen vanuit Mauretanië op de Waddeneilanden.
Tevens trekken dagelijks honderden Zwarte zee‐eenden langs de westzijde van de Razende
Bol. Vanaf april komt de trek van de Rotgans vrij snel op gang. Deze groepen ganzen zijn
vanaf de dijk tot half mei in grote vliegende formaties te zien. De meeste steltlopers vliegen
vaak eind april op grote hoogte. In deze periode kunnen het aantal Kok‐ en Dwergmeeuwen
behoorlijk oplopen. De mediane doortrek ligt met name in de eerste week van mei. De
soorten die dan kunnen worden gesignaleerd zijn onder andere Visdief, Dwergstern, Zwarte
stern en Grote stern.
Deze sterns worden soms door Kleine jager gevolgd. Deze roofmeeuwen bedienen zich van
kleptomanie door de foeragerende sterns van hun prooivissen te beroven. De ruigebieden
van de Bergeend liggen met name in de Oostzee en zeer recentelijk is de Waddenzee erbij gekomen.
Met name in juli zijn de Bergeenden in hun kenmerkende lijnformatie te bewonderen. Tijdens de
zomermaanden is de vogeltrek grotendeels stilgevallen. Alleen de vele foeragerende
Visdieven en Grote sterns zijn dan te zien en nadrukkelijk te horen. Begin augustus tot eind
oktober is de beste periode voor het ontdekken van ‘echte’ zeevogels. Het aantal Jan van
Genten kan tot enkele honderden per dag oplopen. Door westelijke depressies is het
mogelijk om bepaalde pijlstormvogels in het vizier te krijgen. Tijdens deze onstuimige
weersomstandigheden bestaat er altijd kans op de ontdekking van Vale stormvogeltjes. Deze
periode is altijd boeiend om de verschillende soorten jagers waar te nemen. Tussen de vele
meeuwen kan soms ook de voor Nederland zeldzame Vorkstaartmeeuw worden
waargenomen. Gedurende de winter vinden er rust‐ foerageervluchten plaats. Met name
eenden, Futen en zeeduikers zijn verantwoordelijk voor deze verplaatsingen.
Overige soorten
Pestvogels, Kruisbekken, mezen en vinken waaronder de Noordse goudvink. De laatste
invasie was overigens opmerkelijk genoeg de Pimpelmees. In de laatste week van juni 2019
werden tijdens de ochtenduren door diverse telposten duizenden langstrekkende
Pimpelmezen geteld. Op zaterdag 29 juni kon nog een staartje van deze invasie worden
meegepakt en op deze dag werden 285 exemplaren geteld. Zoals bij elke invasie rijst altijd
de vraag: “Was het broedsucces nou zo succesvol of was er te weinig voedsel beschikbaar?”
Ondanks alle variabelen zijn de resultaten significant te noemen. In het kielzog van de
zangvogels verschijnen er ook de roofvogels. Hierbij valt de denken aan kiekendieven,
Sperwers, Torenvalken en Haviken. De toename van de Zeearend is bij Huisduinen niet
onopgemerkt gebleven. Deze soort wordt de laatste jaren dan ook regelmatig gezien. Soms
vliegend, maar ook rustend op de Razende Bol. Een andere spectaculaire soort is de
Visarend. De kans om deze soort waar te kunnen nemen ligt tussen de tweede week van
april en derde week van mei. In deze eeuw zijn er in totaal van 40 exemplaren geteld.
Meestal vliegend richting de broedgebieden die zich in het hoge noorden bevinden. Tot
groot genoegen werd in het voorjaar van 2019 een vissende Visarend gevolgd. Na de
kenmerkende stootduik kwam deze vogel met een grote rondvis weer uit het water. Een
gehele aparte groep vormen de uilen. Echter van deze groep wordt zo nu en dan een Velduil
aan de totalen toegevoegd. Deze uilensoort heeft op Texel de status van broedvogel. Dus er
is een relatie tussen het aantal waarnemingen en hun broedgebied. Dit was ook de
verklaring van vier langstrekkende Velduilen op 30 januari 2010. Na zware sneeuwval
konden deze vogels niet meer bij hun prooien, zoals veldmuizen, komen. Hierdoor waren ze
genoodzaakt om tijdelijk Texel te verlaten. De Slechtvalk is voor de kust al geen
bijzonderheid meer. Het zijn jagers van open vlakten. Hierdoor is de regio bij Huisduinen
uitermate geschikt voor deze snelste vogel op aarde.
Vooral de Razende Bol is een belangrijk jachtgebied. Deze Slechtvalken zorgen ook vaak voor
onrust bij de rustende steltlopers op en langs de dijk. In dit kader wordt de vuurtoren ‘de
Lange Jaap’ soms als uitvalsbasis gebruikt. Voor deze soort is er een speciale kast bij Dok 6
Marinehaven geplaatst. Met een goed broedsucces tot gevolg, want op 2 mei 2020 werden
tijdens de nestkastcontrole vier jongen vastgesteld. Dit hoofdstuk is verre van compleet.
Toch is het noemen van de Boerenzwaluw van enige importantie. In het kader van de
fenologie zijn inzake de klimaatsverandering een aantal kenmerkende soorten als indicator
van belang, zoals dus de Boerenzwaluw. Hierbij laat de eerste waarneming van elk jaar een
mogelijk verschuiving zien in de periode van aankomst. De vroegste waarneming tot nu toe
betrof een langs vliegend exemplaar op 21 maart 2016. Deze zwaluw zorgde overigens in
ieder geval voor een wisselvallige zomer met een warm slot.
Kees Rebel
foto: Peter de Jong
De schrijver van het voorgaande in actie als zeetrekteller.
Kijk voor actuele informatie op:
en kijk bij -Huisduinen- wat als langstrekkend is vastgesteld, natuurlijk eerst kiezen voor Nederland.
———————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————-
Het bijhouden van de aantallen vogels heeft geleid tot dagrecords: het grootste aantal vogels van één soort wat door de trektellers op één dag is gezien.
Van de drieteenstrandloper is het dagrecord 1484. foto: Leo Hofland
Wil je de actuele dagrecords van de zeetrektellers van Huisduinen bekijken klik dan op onderstaande link:
Actuele dagrecords zeetrektellen Huisduinen
———————————————————————————————————————————————————————————— *Nieuwsbrieven zeetrektellers.
Een vaal strormvogeltje door de zeetrektellers gezien. foto gemaakt op 3 november 2023 door Peter Das
De zeetrektellers worden op de hoogte gehouden van ontwikkelingen, trends, bijzonderheden etc. Dit middels een nieuwsbrief.
Klik op onderstaande tekst om verder te lezen.
——————————————————————————————————————————————*Fotogalerij
Fotogalerij van de zeetrektellers.
Rotganzen boven zee. foto; Leo Hofland
Naast het vastleggen van de verschillende langstrekkende vogels op papier worden deze vogels ook anderszins vastgelegd.
Klik op onderstaande link om verder te gaan naar de foto’s gemaakt door de zeetrektellers.