Die volgende ochtend was het stralend weer. Om bij het parkeerplaatsje te komen moest ik om een grote gele vrachtwagen met een tank, oranje zwaailichten en een heleboel slangen heen manoeuvreren. Ik telde nu elf uilen en maakte er een paar foto’s van. Ik was van plan er nog meer te maken maar het gele monster kwam op mij en de uilen af. Het was een puttenzuiger die uitgerekend nú de afwateringsputten kwam reinigen. Twee uilen vlogen weg. De mannen die erbij hoorden waren erg nieuwsgierig naar wat er in de bomen zat en stapten uit. Ze zagen de uilen en lieten hun monster even op een eerbiedige afstand staan. Dat was heel aardig want de uiltjes werden knap onrustig. Mobieltjes werden ingezet om er foto’s van te maken. Daarna moesten ze toch weer aan het werk. Ik had mijn camera natuurlijk ook vol ingezet. In de tien minuten dat ik samen met de puttenzuigerbemanning van de uilen had genoten had ik ook 250 foto’s geschoten. Ik moet dan vaak weer terugdenken aan lang vervlogen tijden waarin ik met een filmpje voor 36 opnamen heel zuinig moest zijn. Uiteraard gooi ik dan thuis gekomen de meeste opnamen weer weg.
De uilen moeten er al heel lang gezeten hebben. In het voorjaar zat er een gezin en werd er in de buurt wel geklaagd: “Ik kan niet slapen door die rot uilen”. Jongen schijnen ’s nachts nogal luidkeels hun honger kenbaar te maken. In die periode zaten er nog blaadjes aan de bomen. Nu die er grotendeels af beginnen te vallen worden de uilen steeds beter zichtbaar. Het zal mij benieuwen of ze dan naar een naburige naaldboom gaan verkassen.
Ik houd u op de hoogte